Meldingsplicht eigenwoningschuld

2013-10-11 / Nieuws

Inleiding

Op 1 januari 2013 is de nieuwe fiscale behandeling van de eigen woning in werking getreden. De kern daarvan is dat verplicht op een lening moet worden afgelost volgens (ten minste) een annuïtair aflossingsschema. Snellere aflossingen zijn toegestaan. Indien men niet voldoet aan de aflossingseis, vervalt de mogelijkheid van rente-aftrek op die lening. Voor de volledigheid melden wij dat de aflossingseis per lening wordt getoetst. Als iemand dus bijvoorbeeld met twee verschillende leningen zijn eigen woning heeft gefinancierd, heeft het niet tijdig aflossen op lening 1 niet tot gevolg dat de rente van lening 2 ook niet meer aftrekbaar is. Voor op 31 december 2012 bestaande leningen geldt overgangsrecht. Op die leningen hoeft niet afgelost te worden om de aftrek van de (hypotheek)rente te kunnen claimen in box 1. Overigens bestaat uiteraard op basis van de leningvoorwaarden zelf wel de mogelijkheid dat aflossingen verplicht zijn. In dit artikel gaan wij in op een tweetal voor de dga relevante aspecten van de nieuwe eigenwoningregeling. Het gaat om het herfinancieren van een banklening bij de eigen bv en om de meldingsplicht voor leningen bij de eigen bv.

Lenen bij de eigen bv, wel of geen verplichte aflossing

Een dga kan de eigen woning kopen met een lening bij de eigen bv. Ook die lening is dan aangegaan ter verwerving of verbetering van de eigen woning. De rente is als kosten van de eigen woning aftrekbaar. Uiteraard moet bij dergelijke leningen wel aandacht worden besteed aan de zakelijkheid. Het gaat dan vooral om de hoogte van de rente (komt die overeen met hetgeen een willekeurige derde zou rekenen) en de eventueel verstrekte zekerheden. Als de lening onzakelijk is, zijn er verschillende mogelijkheden. Wij noemen er twee. Zo zou de lening op het verstrekkingsmoment in fiscale zin een dividenduitkering kunnen vormen. Een andere mogelijkheid is dat de lening fiscaal gewoon als een lening wordt behandeld, maar dat het debiteurenrisico onzakelijk is. Als de dga dan niet kan terugbetalen, is de afwaardering bij de bv niet aftrekbaar.

In de praktijk komt het niet vaak voor dat de dga de aankoop van een eigen woning volledig kan financieren bij de eigen bv. Naarmate de tijd verstrijkt, zal het vermogen van de bv vaak stijgen. Niet zelden besluit de dga dan om de lening bij de bank af te lossen met geld dat hij direct bij de eigen bv leent. Vaak zijn de mogelijkheden daartoe beperkt; een boetevrije aflossing is vaak bijvoorbeeld maar mogelijk tot 10% van de hoofdsom. De dga kan dan dus jaarlijks 10% van de bankschuld boetevrij aflossen en voor datzelfde bedrag bij de eigen bv lenen. In de loop van de tijd neemt de schuld bij de bank dan af en die bij de eigen bv toe. Tot 31 december 2012 bestond geen verschil in fiscale behandeling. Zowel de banklening als de lening bij de eigen bv is een eigenwoningschuld (EWS): kosten en lasten daarvan waren aftrekbaar in box 1 bij de bepaling van het inkomen uit de eigen woning.

De vraag is nu wat de gevolgen zijn van de wijzigingen in de fiscale behandeling van de eigen woning op 1 januari 2013 voor de lening bij de eigen bv.

Een voor 1 januari 2013 afgesloten lening bij de eigen bv hoeft niet annuïtair te worden afgelost om renteaftrek in box 1 te kunnen claimen. Dergelijke leningen vallen onder het overgangsrecht. Overigens is het soms zo dat ook leningen die in 2013 bij de eigen bv zijn afgesloten onder dit overgangsrecht vallen en niet (ten minste) annuïtair hoeven te worden afgelost. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als de woning uiterlijk op 31 december 2012 is gekocht maar pas in 2013 wordt geleverd. Ook op een in 2013 afgesloten financiering voor een verbouwing die op 31 december 2012 al onherroepelijk is overeengekomen, hoeft niet annuïtair te worden afgelost.

Los van deze specifieke situaties geldt als hoofdregel dat op leningen die vanaf 1 januari 2013 bij de eigen bv worden afgesloten, wel verplicht moet worden afgelost om de rente daarover in box 1 te kunnen aftrekken. Vervolgens is de vraag wat de gevolgen zijn als vanaf 1 januari 2013 een lening die bij de eigen bv wordt aangegaan, wordt gebruikt om af te lossen op een lening die voor 1 januari 2013 is aangegaan.

Als de lening geheel wordt afgesloten, is hierop het overgangsrecht van toepassing. Lange tijd is onduidelijk geweest of het overgangsrecht ook van toepassing bleef bij gedeeltelijk oversluiten van de lening. SRA en RB hebben de ministeries van Financiën en BZK (Wonen en Rijksdienst) op 18 december 2012 om opheldering gevraagd.

De wettekst schrijft namelijk voor dat na oversluiting een nieuwe lening alleen onder het overgangsrecht valt in geval van geheel aflossen van een tot de EWS behorende schuld en het uiterlijk binnen het daaropvolgende kalenderjaar - ten minste voor dat bedrag - opnieuw aangaan van een schuld in verband met een eigen woning (geheel oversluiten). Gedeeltelijk oversluiten van een leningdeel valt niet onder het overgangsrecht. Dit kan opgelost worden door het gedeeltelijk af te lossen leningdeel voor het moment van oversluiten te splitsen in twee leningdelen. Hiermee ontstaat een onderscheid in de fiscale behandeling van gesplitste en niet-gesplitste leningdelen.

De minister acht dit onwenselijk en heeft daarom in een kamerbrief van 4 maart 2013 aangekondigd dat, vooruitlopende op wetgeving, in een beleidsbesluit zal worden opgenomen dat ook bij gedeeltelijk oversluiten van een tot de EWS behorende schuld de nieuwe schuld kwalificeert voor het overgangsrecht (geen aflossingseisen). Deze goedkeuring geldt net als bij het ‘geheel oversluiten’ alleen:

De goedkeuring is opgenomen in het besluit van 19 april 2013, BLKB2013/503M inzake het gedeeltelijk aflossen van een bestaande eigenwoningschuld.

In de volgende situaties wordt onder de hierna volgende voorwaarden het aflossen van de schuld niet aangemerkt als aflossing (in de zin van artikel 10bis.1, derde lid, eerste volzin, Wet IB2001):

Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:

  1. De belastingplichtige is uiterlijk in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de aflossing is gedaan opnieuw een schuld aangegaan in verband met een eigen woning. Ook bij herfinanciering (het direct aflossen van de oorspronkelijke schuld met de nieuwe schuld) is daarvan sprake.
  2. Als de opnieuw aangegane schuld in verband met een eigen woning lager is dan het afgeloste bedrag, dan wordt het verschil aangemerkt als aflossing in de zin van artikel 10bis.1, derde lid, eerste volzin, van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Meldingsplicht

Mede in het kader van de vooringevulde aangifte is voor administratieplichtige hypotheekverstrekkers de verplichting opgenomen om de Belastingdienst te gaan informeren over de hoogte van de eigenwoningschuld en de betaalde rente. De eigen bv is echter geen administratieplichtige voor de toepassing van de eigenwoningregeling. Eenieder die een lening in verband met de eigen woning aangaat bij een niet-administratieplichtige dient die lening zelf te melden aan de Belastingdienst onder opgave van de relevante gegevens. Dit geldt dus ook voor de dga die een lening aangaat bij de eigen bv. Deze meldingsplicht geldt echter niet voor bestaande leningen. Indien een dga na 1 januari 2013 een lening bij een bank aflost, geldt voor de herfinanciering dat die wordt aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld en de informatieplicht geldt dan niet.

Laatste Nieuws